♫ Vamos al acuario ♫
‘Vamos al acuario’ klonk onze zomerhit, in navolging van het aanstekelijke deuntje ‘Vamos a la playa’. Dat laatste deden we ook, vooral om te snorkelen. Je wanen in een heus reuzenaquarium aan de Spaanse Costa del Azahar, de Oranjebloesemkust. Heerlijk om in de donkere dagen rond kerst te mijmeren over de afgelopen zomervakantie. Met dia’s op het scherm of het fotoboek op schoot. Desnoods gewoon met de ogen dicht in een luie stoel onder de kerstboom.
Het begin
Onze jongste spruit heeft astma. Verlangens richting huisdieren op zaagsel of stro waren een kansloze missie. Zeker op zijn eigen kamer. Maar toen junior dit voorjaar zomaar een aquarium van een iets oudere dorpsgenoot in de schoot geworpen kreeg, omdat die zelf een groter had aangeschaft, zag hij zijn kans schoon. De begeleiding om het geheel op te starten kreeg hij nog eens op de koop toe. Maar goed ook. Zijn eigen vader weet veel van dieren; vissen zijn echter van een heel ander chapiter. Ja, er kwam ooit eens een goudvis op het spreekuur langs, die almaar ondersteboven rondjes door zijn kom zwom. Ontstoken zwemblaas, zo luidde de diagnose. En verdraaid, na een kuurtje door het water heeft het beest zich weer omgedraaid… Maar een dergelijke genezing in de aqua fauna is een hoge uitzondering bij ons op de praktijk.
Zorgvuldig werd het biotoop in het kleine bassin opgebouwd, voordat de eerste guppies het ruime sop mochten kiezen. Ras kwamen daar een paar andere visjes bij. Zelfs een stel kikkertjes. Garnalen zouden leuk zijn, bedacht junior. Dat leek mij ook wel wat. Als die nou nog een beetje wouden vermenigvuldigen, konden we misschien wel wekelijks een cocktailtje uit eigen kwekerij verorberen. Ik zag ons al lekker smullen, jammie! Maar dat zou niet lukken, werd mij te verstaan gegeven, want dat waren heel andere soorten. Hè, jammer…
Samen met zijn kompaan speurde junior op internet. Ze vonden een aanbieder die zeker twee kwartjes per garnaal goedkoper was dan de dierenwinkel. De deal werd gesloten en op een zondagmiddag werd op het treinstation afgesproken. Daar verscheen een onopvallende man in een grijze jas met een gleufhoed en een zonnebril op. Hij droeg een koelbox vol met pakketjes. Twee daarvan wisselden van eigenaar en werden afgerekend, daarna verdween de garnalendealer fluks weer in de trein, op weg naar de volgende meeting. Ik wist niet dat zoiets bestond. Maar goed, er zijn minder onschuldige activiteiten te bedenken. Toch?
Langzaam begon het aquarium tot volle wasdom te komen. Een fleurig, kleurrijk geheel. Met vallen en opstaan, dat wel. Het is lastig om het biologisch evenwicht te bewaren in zo ‘n klein bakje. Als er een dode vis in het filter terecht komt, verziek je meteen het zwemwater voor de rest van de big swimming family. Maar na een paar maand floreerde het aquarium prachtig. Mooier dan welke screensaver ook. Alleen wat bewerkelijker natuurlijk.
Het snorkelparadijs
Afgelopen zomervakantie werd oppas geregeld voor het zwemgrut. Twee weken vertoefde ons gezin in een klein dorpje in het Spaanse tussen Valencia en Alicante. Naast bergwandelingen en struinen langs een snelstromend riviertje was één van de grootste attracties een dag naar het snorkelstrand van Cap de Sant Martí, nabij Javea. Er zijn daar moeilijk begaanbare rotsstranden, welke uitlopers zijn van het Andalusisch Bergland. Ze vormen de overgang naar de zandstranden van de Costa Blanca, waarvan Benidorm de voornaamste toeristische uitwas is. De grillige kust met al die kliffen en grotten was voorheen een perfecte schuilplaats voor piraten en smokkelaars. Nu is het een eldorado voor de snorkelliefhebber. Vooral om Mediterrane onderwaterwereld te zien, want goud zal er wel niet meer liggen…
Al op de derde dag van ons verblijf togen we naar dat mooie gebied. We hadden thuis maar alvast semiprofessionele snorkels aangeschaft, want het kinderspul, dat we op een eerdere reis in Spanje hadden gekocht, deed ons te vaak proestend boven water komen. In ons huurvehikel snorden we over de Spaanse autopista. De snorkels werden onderweg alvast op maat gemaakt en gepast. Dat moet een koddig gezicht zijn geweest voor de medeweggebruikers. Het trok zelfs, zij het wederzijds, de aandacht van schaars geklede dames op hoge hakken. Wulps paradeerden zij met een parasolletje langs de weg. Onder gegniffel van de oudste maakte ik de beide jongste boys duidelijk dat zij hoogstwaarschijnlijk op iets anders uit waren dan simpelweg een lift naar de playa. Of platja, zoals de Catalanen hier het strand noemen. Die taal is hier sowieso lastig. In dit deel van Spanje spreken ze Valenciaans, dat weer een dialect is van het Catalaans. We moeten richting Xabia, Javea in het Spaans, maar je zegt Gabea. Zeer verwarrend allemaal.
Eenmaal aangekomen bij de kaap van de heilige Marten parkeren we de auto onder een boom. Het panorama over de kust is hier werkelijk fantastisch! De helderblauwe lucht wordt enkel doorsneden door een condensspoor van een vliegtuig en in de azuurblauwe zee kruisen in de verte een paar zeilboten. Aan de horizon kunnen we Ibiza zien liggen. Dichterbij brengen de onderwaterterrassen kleurschakeringen aan in het water langs de kust en doet de aanlandige wind de branding op de rotsen uiteenspatten. Dat laatste gebied is ons doel. We volgen het wandelpad door verzengende hitte naar het ruim honderd meter lager gelegen rotsstrand. Onderweg moeten we over een grote hoop met een servetje stappen: niet alleen honden schijten hier midden op het pad…
Na een half uur bereiken we onze bestemming. Er bevindt zich slechts een enkeling op het strand. Verderop zien we een boei van professionele duikers in zee liggen. Dat er niet meer volk op deze schitterende plek vertoeft is echt onbegrijpelijk.
Voorzichtig schuifelen we op blote voeten over de scherpe rotsen naar het water en zoeken een geschikte plek om zonder schrammen de zee in te kunnen gaan. Weldra bevinden we ons in een zeeaquarium in het kwadraat. Een waar onderwaterparadijs. Links en rechts zwemmen scholen vissen van divers formaat en dito kleur voorbij. Krabben verdwijnen schielijk onder stenen. Zeeanemonen en kleurrijke waterflora bedekken de rotsbodem, welke ook nog eens bezaaid is met zee-egels. En zo hier en daar schittert een zeester. Fantastisch!
Alle snorkels voldoen aan de verwachting en lekken noch beslaan nauwelijks, zodat we volop kunnen genieten. Ineens schieten reuzencichliden voorbij. Niet dat ik nou opeens alle vissen bij naam ken, ik noem ze maar gewoon zo. In dieper water zwemmen grotere vissen. Haaien zien we gelukkig niet, alhoewel ze hier wel voor schijnen te komen…
We kunnen er maar niet genoeg van krijgen. We worden gedwongen om in shirt te zwemmen om verbranden te voorkomen. Onze huiden zijn immers nog niet aan de felle zon gewend. Rammelende magen doen ons pas aan het eind van de middag huiswaarts keren.
El acuario
Later die week gaan we een dagje statten in Valencia. Fraaie binnenstad met monumentale kathedralen, paleizen en groene plaza’s met fonteinen. Water speelt een hoofdrol in de derde stad van Spanje. Water was ook het hoofddoel van ons bezoek. Even buiten het centrum verrijst een uiterst modern cultuur- en amusementscomplex. Het Ciutat de les Arts i de les Ciènces, de stad der kunsten en wetenschappen. Tussen andere avant-gardistisch tempels staat hier het grootste aquarium annex zeedierenpark van Europa: L’Oceanogràfic. Meer dan 45.000 dieren van zo’n 500 verschillende soorten uit diverse ecosystemen zijn er gerangschikt naar tien thema’s in artistiek ontworpen onderkomens. Volgens onze reisgids zeer zeker de moeite van een bezoek waard.
Een taxi zet ons voor de overweldigende futuristische entree af. Natuurlijk ben ik meer dan eens in het aquarium van Artis geweest. Ook zag ik de prachtig nieuwe aquaria in Dierenpark Emmen en Burgers’ Ocean in Arnhem. Maar wat we hier te zien kregen maakt een mens stil, werkelijk muisstil. Vanaf binnenkomst word je eerst langs een enorme waterval geleid naar achtereenvolgens enorme aquaria met vissen uit verschillende biotopen. Van de Middellandse Zee dwaal je via de wetlands naar de tropen en de oceanen. Het Tropisch aquarium maakte op mij de meeste indruk. Gezeten op een bankje in een immense koepel was het alsof je je in een grote driedimensionale bioscoop bevindt, maar dan zonder poespas met brilletjes enzo. Je waant je even Cousteau zelf, die zo van de Calypso is gedoken. Dat gevoel.
Indrukwekkend is ook het Oceanium met enorme scholen grote vissen en haaien. Imponerend is de oerlelijke klompvis, ook wel maanvis of sunfish genoemd. Het zijn lompe onderwatermonsters met een gemiddeld gewicht van meer dan een ton! Een heel groot verschil met de lieflijke zeepaardjes. Deze laatste zijn wonderlijk geëmancipeerde visjes, omdat de mannetjes zwanger raken en op het jonge grut passen. Kortom, overweldigend is het juiste woord voor el acuario in Valencia.
Twee aparte gebouwen zijn er voor de Noord- en Zuidpool gebieden. Daar maakte helaas een bedenkelijk gevoel zich even van mij meester, wat ik in dierentuinen wel vaker heb. Waar komt toch dat idee vandaan dat elke verzameling compleet moet zijn? Oftewel: Moet je werkelijk alles wat er in Gods wateren rondzwemt tentoonspreiden? Er waren kolossale walrussen te zien en zelfs een beloega, een witte tandwalvis. Die laatste zwom in een enorm bassin, maar kon daarin bijna zijn kont niet keren. Dat kan dan toch weer niet de bedoeling zijn…?
Nee, dan het dolfinarium. Ook het grootste in zijn soort in Europa. Dat maakte weer veel goed. Deze dieren wekken in ieder geval de indruk hun kunsten met veel genoegen te tonen. De show die ze gaven was werkelijk magnifiek. Kortom, we kwamen eigenlijk ogen en tijd tekort. Hondsmoe zaten we op de terugreis in de trein met de oogluikjes dicht nog na te genieten van wat er op ons netvlies was vastgelegd. Een eclatant verschil met dat bakkie van 45 liter thuis. Volgens de folder bevatten alle bassins bij elkaar precies een miljoen keer meer water…
Rode koontjes
De één na laatste vakantiedag gingen we nog eenmaal naar het rotsachtige snorkelstrand. Qua beleving toch niet te evenaren door welk aquarium dan ook. Het was er nu zo stil en verlaten dat we besloten tot een skinny dip. Bovendien waren onze blanke ruggen ondertussen voldoende gebruind en dus bestand tegen de brandende Spaanse zon. Maar ehh…, onze derrières nog niet. Met rode koontjes op de blote wangen namen we afscheid van het onderwaterparadijs. Hoe zit dat ook alweer? In ieder geval ongemakkelijk, want wie zijn billen brandt moet op de blaren zitten. Toch?
De overtreffende trap?
We waren nog maar een dag thuis of junior vond zijn bakkie eigenlijk ondermaats. Hij dook marktplaats op en sleepte me al snel mee naar het scherm.nl. Ene Louis bood een compleet vissentehuis aan van een meter groot en voor een belachelijk laag bedrag. Dat kon toch niet waar zijn? Diezelfde avond togen we naar Joure en troffen daar een sympathieke zeventiger aan. Had zijn hele leven aquaria gehad, maar was ermee klaar. Hij kon de verzorging niet meer opbrengen. Was blij dat hij in junior een enthousiaste opvolger vond. Uitgebreide uitleg en opgetogen uitwisselen van ervaringen volgden. Bij thuiskomst werd meteen de vismentor van de aankoop op de hoogte gebracht. Voor die prijs? Dan was het vast lek, pochte hij. Maar dat was absoluut niet het geval!
Alle vissen hebben de nieuwe behuizing betrokken. Bovendien is er ruimte voor een aantal nieuwelingen. Ze lijken het uitstekend naar hun zin te hebben en bijten mekaar niet. Een waar genoegen om te aanschouwen. En kleurrijker dan welke kerstboom ook. Maar ook al zet je de duikbril erbij op, het ware snorkelparadijs aan de oranjebloesemkust is echt niet te overtreffen. Volgende vakantie? Dát is onder het kerstmaal een punt van discussie.
Kerst 2009