‘Bakerpraatje’
Als er eertijds een kind op komst was werd de kraamzorg door bakers gedaan. Dit waren doorgaans ongeschoolde maar erg toegewijde en meestal wat oudere vroedvrouwen uit de naaste omgeving. Dikwijls trad een buurvrouw of de eigen moeder op als baakster. Voor hen was zoiets gesneden moederkoek. Zij onderkenden de krampen van de weeën en wisten van de navel en de streng. Bovenal voelde het vertrouwd voor de jonge moeder om bijgestaan te worden door iemand uit de eigen kring. Tegenwoordig wordt de kraamzorg meestal beroepsmatig overgelaten aan professioneel geschoolde zorgverleners.
In de natuur is er een vergelijkbaar fenomeen. Binnen een troep wolven bakeren de sociaal zwakkere teven tijdens het jongen van de ranghoogste wolvin. Daarna dienen deze ‘schijnzwangeren’ ook nog eens als min en zogen zij het kroost, zodat de wolvin haar leidinggevende taken kan hervatten. Over vrouwenemancipatie gesproken!
Hoe vergaat het de moderne huishond als die moet jongen? Die zoekt vooral steun bij haar baas. En als die het niet meer weet word ik als bistedokter geraadpleegd. Of zijn er wellicht nog alternatieven?
De mand van de ‘Labradoren’ Sara en Amy staat in één en hetzelfde huis van een leuke familie. Dochter Amy is een pup uit het tweede nest van moeder Sara. Het leek mooi om na de positieve ervaringen uit het verleden met Sara bij de jonge teef ook eens een nestje te fokken. Dus werd er een puike reu uitgezocht en dat klikte waarachtig! Amy raakte in blijde verwachting en doorliep de hele zwangerschap voorbeeldig. Netjes werd de praktijk tijdig verwittigd toen de bevalling aanstaande was. En precies tijdens mijn dienst kondigden de eerste weeën zich aan.
Amy had al de hele dag onrustig lopen hijgen en toonde nesteldrang. In het begin van de avond nam de beroering alleen maar toe, doch echte persweeën bleven uit. Ze wilde naar buiten en dacht te moeten poepen, maar dat lukte dan weer niet. Uiteraard, want de aandrang kwam uit een etage lager voort en die produceerde alleen een beetje slijm. Na een tweede telefonisch contact besloot ik een kijkje te gaan nemen.
Het toucheren vond Amy heel vervelend. De ontsluiting leek al redelijk ver, maar een pup kon ik nog niet gewaar worden. Een calciuminjectie toedienen leek mij het meest verstandig. Dat kan namelijk totaal geen kwaad en brengt de weeën beter op gang. Amy werd nogmaals even uitgelaten opdat de blaas in ieder geval niet in de weg zou zitten. Ze liep wat raar wijdbeens met de staart af, maar tot plassen kwam het niet. Dan maar weer gauw naar binnen, het was tenslotte veel te koud om buiten een pup ter wereld te brengen. Maar binnen vertikte ze het om zich in de prachtig klaarstaande werpkist rustig neer te vlijen. Het liefst wilde ze naar de kamer en desnoods maar weer naar buiten. Het valt ook om de drommel niet mee om op driejarige leeftijd je eerste nest te baren! Als onervaren teef moet je dan maar volledig op je instinct afgaan.
Nadat ik dit een half uurtje had aangekeken, heb ik Amy samen met de baas met zachte dwang rustig in de werpkist neergelegd. Onder geruststellend toespreken van de eigen mensen heb ik haar buik voorzichtig gemasseerd. En warempel, binnen een paar minuten kwam er een vruchtblaas met inhoud tevoorschijn. Daar buikpers uitbleef heb ik het pupje vastgepakt en voorzichtig aangetrokken. Onder een enorme gil van Amy werd die eerste pup in stuitligging geboren. De moederkoek kwam meteen mee en zat via de navelstreng nog aan de pup vast. Amy stoof overeind en raakte totaal in paniek van dat glibberige, wriemelende beestje. Merkwaardig overspronggedrag in de vorm van met de neus over de grond duwen maakte gelukkig plaats voor enige aandacht en voorzichtig aan de pup lebberen. Echte zorg moest evenwel van de baas en bazin komen. Het liefst wilde Amy weer uit de kist vluchten, maar gelukkig reageerde ze ook weer niet echt afwijzend op de pup. Aangezien ik hier voor de jonge teef de ‘indringer’ was, leek het mij op dat moment het beste dat ik me uit de kraamkamer terugtrok. Het zou vast wel loslopen nu de eerste pup geboren was. Dus na nog wat instructies toog ik naar huis.
Nadat ik was vertrokken bleef Amy danig onrustig. In de woonkamer ernaast lag Sara het hele gebeuren van haar dochter gelaten aan te horen. Zo’n anderhalf uur later besloten de baas en bazin de jonge moeder maar even haar gang te laten gaan. Dan maar niet in de voorbestemde werpkist, zoek het maar even helemaal zelf uit!
In de woonkamer zocht Amy vrijwel meteen haar eigen moeder op, ging naast haar liggen en binnen luttele ogenblikken lag er een tweede pup over de vloer. Onder begeleiding van Saar werd deze schoongelikt en daarna kreeg dochterlief zelf een poetsbeurt. Wat een aandoenlijk tafereel! Nu pas zette de bevalling goed door, want een half uurtje later zag pup nummer drie al het levenslicht.
Amy vertikte het verder in de werpkist terug te keren. De rest van de avond en tot diep in de nacht is iedereen druk in touw geweest. Overal in de kamer hebben bakermatjes rondgeslingerd. Amy koos de plek en dan kwamen de gezinsleden met het kraambedje. En onderwijl dweilde Sara met haar tong de plavuizen wat Amy onderweg achterliet en zij nam de zorg op zich als er weer een pup kwam. Als een toegewijd baakster loodste zij haar dochter zo door de hele bevalling. Vertrouwend op haar moeder toonde Amy zich op haar beurt een snelle leerling. Even na vier uur in de nacht werd de achtste en laatste pup geboren. Pas toen keerde de rust weer in Huize Labrador. Aan het uier van Amy lagen toen zes zwarte en twee blonde puppy’s te lurken. Voorlopig was de baakster ook even vrij. Als beloning voor haar fantastische hulp was de laatste placenta voor oma Saar. En die ging erin als moederkoek.
Uiteraard ging ik even op kraamvisite. Vooral de baakster begroette mij uitbundig. Moeders maakte het ook uitstekend, het kroost groeit als kool en oma Saartje had een prachtige tijd. Zonder opdringerig te zijn, verzorgde ze Amy en de pups nog steeds fantastisch. Even lekker met de pups dollen vond ze trouwens ook heerlijk. Momenteel is Sara zelf loops. Dat is wat aan de late kant voor schijnzwangerschap om deze pups te kunnen zogen. Maar ik weet zeker dat ze ook met alle liefde nog even de minnemoeder zou willen spelen. Net zoals bij haar voorouders, de wolven, gewoon is. En dat is dan weer géén bakerpraatje.
Oorspronkelijk schreef ik dit verhaal in de zomer van 2008. In het aprilnummer (2023) van de Labrador Post werd dit ‘bakerpraatje’ nogmaals gepubliceerd. Uiteraard staat dit verhaal ook in het boek Elke dag dierendag.