De dageraad

Menno WiersmaCOLUMNS

Het is kwart over vijf in de ochtend als de telefoon gaat. Slaperig neem ik op. Een boer vraagt of ik snel langs kan komen omdat hij vreest dat één van zijn jongste kalfjes dood dreigt te gaan. ‘Ik kom der oan!’, en ik leg de hoorn terug. Een paar tellen lig ik op mijn rug wakker te worden en kijk vervolgens op mijn wekker. Die bevestigt het vroege tijdstip. Rap kleed ik me aan.

Ik stap in de auto en ga op weg. Gewapend met een emmer warm water met daarin een literfles infuusvloeistof, zodat die onderweg alvast op lichaamstemperatuur kan komen. Voorzichtig rijden is gewenst, omdat het anders zo’n natte bende in de laadruimte wordt. Het is nog donker maar heel in de verte daagt het in het oosten. Aldus rijd ik het ochtendgloren tegemoet.

Als ik op de boerderij arriveer is de boer druk het melken aan het voorbereiden. De koeien staan gedwee in de wachtruimte voor de melkstal en de uiers staan op spanning. Ze moeten nog even geduld hebben, want de patiënt heeft voorrang. We lopen naar de jongvee afdeling. In een strohok ligt een kalfje van een paar dagen oud roerloos en op sterven na dood. Massaal lopen de vliegen over het lijfje, maar het beest reageert er niet meer op. De ogen liggen diep verzonken in hun kas; slechts de borstkas gaat nog langzaam op en neer. Een diarree slachtoffer, getuige de vieze prut aan de staart en de smurrie die onder het stro vandaan kruipt. Ik kniel voor het dier en knip in de hals het haar van de adergroeve. De boer is behulpzaam met een zaklamp. Als ik met mijn duim in de groeve stuw, zie ik de ader heel vaag oplopen. Eerst even voelen of het infuus al op temperatuur is. Dat lijkt goed! Ik koppel een slang vast en hang de fles op z’n kop boven het kalf aan een oude spijker. Alhoewel een toegewijd schietgebedje echter meer op zijn plaats lijkt, wordt de huid ontsmet met wat ‘spiritus sanctus’. Dan een naald in de ader aanbrengen, slang aansluiten en het infuus begint te lopen. Omdat het vee staat te wachten en ik verder geen hulp nodig lijk te hebben, vertrekt de veehouder naar de melkstal. 

Eerst komt een poesje voorzichtig om de hoek gluren wat er gebeurt in het kalverhok. Ze neemt de situatie in ogenschouw en negeert mij. Uitdagend gaat ze over een stang boven de andere kalfjes lopen en zo leidt zij mijn toeschouwers af. Aangezien het kalf er zo slecht aan toe is, zal één liter vocht niet afdoende zijn en dus besluit ik alvast een tweede fles te gaan halen. Het infuus loopt goed en het kalf verroert zich niet. Ik kan het makkelijk even alleen laten. Als ik terug ben, verschijnt een andere ster aan het firmament. Vanuit de ragruigte tussen de zolderbalken boven mij komt een achtpotige aan een draad naar beneden poolshoogte nemen. De spin lijkt te overwegen de infuusslang in zijn nieuwe web op te nemen. Dat raad ik hem af door ‘m weg te blazen. Juist op dat moment komen ‘Tom & Jerry‘ om de hoek scheuren. Het muisje ontkomt ternauwernood door de grup omdat de jonge kater schrikt van mijn aanwezigheid en de achtervolging plotseling staakt. Het katertje keurt mij verder geen blik waardig en reageert zich nijdig af op de poes die nu nuffig voor de kalveren langs paradeert. Kattengekrijs verstoort de stilte. Het anders zo saaie halfuurtje is op die manier zomaar om. Ik hang de tweede fles aan een pickup-touwtje naast de eerste en goochel de slang daaraan. Dat lukt nagenoeg zonder knoeien. Het kalf knapt onderwijl zienderogen op en komt in beweging, zodat ik naald en slang moet fixeren om het infuus gangbaar te houden. Een goed teken! Als ook de tweede fles leeg is krijgt het kalfje nog een paar injecties. Het koppie komt zowaar omhoog. Ik ruim de spullen op en laat een klein carillonnetje als stille getuige boven het kalf achter. De afmelding met enkele adviezen bij de boer in de melkput wordt beantwoord met een dankbetuiging. Buiten is het inmiddels licht geworden.

Tijdens de rit terug naar huis maant de presentator van ‘ontbijtradio’ enthousiast zijn luisteraars uit bed, ‘want de zon is al op’. Hij heeft ongelijk, want die komt in Hilversum echt niet eerder op dan hier. Tja, hij zit tussen vier muren en ik kan volop ‘live’ genieten van het krieken van de dag. Hét moment om je op te laden om vol energie de dag aan te vangen. Zeker als je net een kalfje voor een wisse dood hebt behoed. Evenwel verschijnt weldra precies tussen de beide silhouetten van de markante kerktorens van Wergea een roodkoperen randje aan de horizon. De dageraad wordt verdreven en de dag is nu pas écht begonnen.

September 2007