De stuitligging
Als M. belt is het menens en nooit voor een wissewasje. En als ze belt, is de boer niet thuis en heeft zij de volle verantwoordelijkheid voor hun grote melkveebedrijf. ‘Het kalf ligt achterstevoren en ik denk dat het keizersnede wordt’, klonk het dringend. Dat dwingende aspect werd niet alleen ingegeven door het verantwoordelijkheidsgevoel voor het ongeboren kalfje. Soms zijn er namelijk ook nog eens instanties die een bedrijf onder curatele stellen als er onverhoopt teveel kalfjes de eerste paar levensweken niet overleven…
Aangekomen in de afkalfstal was ik niet overtuigd dat er een keizersnede moest volgen toen ik de moederkoe invoelde. Inderdaad een stuitligging, ik kwam meteen een staartje tegen. Tegelijkertijd werd ik echter ook een complicatie gewaar: de navelstreng van het kalf lag hevig pulserend om de billen geslagen. Dat is lastig bij een stuitligging. Zodra je het kalf door het bekken wilt halen wordt de bloedtoevoer afgeklemd en kan de navelstreng al scheuren voor het kalf goed en wel geboren is, laat staan zelfstandig kan ademen. Nadat ik had uitgelegd wat mijn bedoeling was, ging ik aan de slag. Voorzichtig duwde ik het kalf naar voren en probeerde de achterbeentjes één voor één naar achteren te reponeren. De eerste lukte vrij vlot, zonder de navelstreng te beschadigen.
Ondertussen kwamen er bij toeval hulptroepen de afkalfstal binnen. Na een korte begroeting concentreerde ik me volledig op het andere achterpootje van de boreling. Op hét moment suprême dat ik het klauwtje door de lus van de navelstreng haalde, maakte het kalf een schoppende beweging. Een krachtige binnensmondse vloek ontglipte mij, want ik voelde dat het kalf daarmee ongewild zijn vitale ‘lifeline’ met de moederkoek had verbroken… Daarna volgde een keten van rappe handelingen: als de sodemieter haalde ik de tweede poot erbij, legde trektouwtjes aan en liet de bezoekers trekken, terwijl ik zelf het kalf door de geboorteweg leidde. Wat een geluk dat zij net binnen waren komen waaien! Het kalf was er vlot, maar lag op apegapen. Met vereende krachten hingen we het slappe dier op de kop over het hek: slijm stroomde volop uit zijn bek. Een klets koud water tegen het koppie resulteerde in een benauwde ademteug en vervolgens legden we gezamenlijk het kalf in een comfortabeler houding op zijn buik in het stro. Ik instrueerde hoe de ademhaling van het kalf te ondersteunen en snelde naar de auto om een infuus te halen. Door de benauwde momenten raakt het kalf verzuurd en hoe sneller je dat herstelt, des te beter voor het kalf. Toen ik terugkwam ademde het kalf wel, maar was het nog steeds zo slap als een dweil. Aangezien er genoeg hulp was, taaide M. af naar het woonhuis. Het was haar niet alleen te spannend of het kalf het wel zou redden; het jonge kroost in huis moest ook nodig naar bed!
Gaandeweg het infuus knapte het kalfje zienderogen op. Ik heb geen bloed-pH-metertje; de helderheid van het kalf is mijn maat. Dus heb ik het infuus afgekoppeld zodra het koppie attent om zich heen ging koekeloeren. Terwijl ik mijn spullen opruimde werd de koe gemolken om het kalf van biest te voorzien. Voordat ik wegging, meldde ik me in het voorhuis even af. Via het trapgat naar de bovenverdieping bracht ik M. op de hoogte en sprak de verwachting uit dat het stierkalfje het wel zou redden. De dankbetuiging kwam duidelijk over, ondanks de kwetterende jeugd. Trouwens: knap hoor, hoe dit soort boerinnen erin slaagt zoveel ballen tegelijk in de lucht te houden!
Als we heel veel later mailcontact hebben meldt M. monter dat de kalversterfte weer ruim onder het landelijk gemiddelde ligt. Top!
Maart 2021