Dirty story
Al onze eigen honden lijken in de loop der jaren een onuitgeblafte afspraak te hebben gemaakt dat als de nood aan de hond komt, er gekotst moet worden op de mat vlak achter de voordeur. Maar als de sluitspier van de achteruitgang het niet meer houdt, dan liggen de uitwerpselen verdekt verspreid over de gevlekte plavuizen in de hal. Als je er in het ochtendgloren ‘onverhoopt’ in stapt moet je blij zijn dat je in ieder geval wat aan je voeten hebt, zodat je de shit niet tussen je tenen weg hoeft te poetsen. Het is duidelijk: dit wordt een vies verhaaltje. Het is niet voor niks dat baasjes vaak ten einde raad bij chronische poep-, plas- of braakklachten bij ons op het spreekuur stranden. Het ergste is ook nog eens dat de beesten er absoluut niets aan kunnen doen. Straffen is dus niet alleen zinloos maar ook sneu. Niet minder erg is de verstopping. Katheters en clisma’s moeten dan de opluchting brengen. Menigmaal krijgen dergelijke patiëntjes één of meer dagen praktijkarrest tot de controle over de dierlijke riolering hervonden is. En al die tijd zijn wij en onze assistentes genoodzaakt the pee’s and poo’s te ruimen. Dit onwelriekende klusje leidt niet zelden tot de gevleugelde uitspraak dat we stinkend rijk worden. Heel soms is dat hilarisch, zoals deze week. De kater in kwestie had de hele kooi verbouwd, alle onderleggers op een hoop geschoven en de onderliggende ouwe krant met een foto van de nieuwbakken Amerikaanse president Trump uitverkoren om heerlijk te bevuilen. ’n Voltreffend shitstatement van het poesie.
Maar ik snap de opluchting van de baasjes als de uitlaatklep van het kleinvee weer onder controle is. En dat vanachter uit de supermarkt dwars over het winkelend publiek naar de bistedokter welgemeend wordt geroepen: ‘Wiersma, Bijke is wer hurd op ‘e keutel hear!’
April 2017