Sterrenbeeld?
In schapenland is het dekseizoen weer aangebroken, dus ook bij de kudde van de bistedokter. Dat begint uiteraard met het uitzoeken van een geschikte ram. Liever niet uit de eigen koppel, want inteelt is immers niet bevorderlijk voor de vitaliteit van het nageslacht. Dat brengt meteen wel een ander risico met zich mee, want je wilt geen besmettelijke toestanden binnen je eigen schapenkudde brengen. Genoeg om op te letten dus. Allereerst ‘het exterieur’, zeg maar het uiterlijk van rammenmans. Niet alleen dat ooien slechts vallen voor een gespierde hunk; ook voor de schapenboer is het van belang dat de lammerschaar goed bevleesd gaat opgroeien. Want uiteindelijk is de slacht het voornaamste doel, uitsluitend voor de wol worden schapen al lang niet meer gehouden. Bovendien is het aantrekkelijk dat er twee- en drielingen geboren worden. Daar kun je zelf mede voor zorgen door de ooien een overvloedige groene weide aan te bieden in de laatste 3 weken voor aanvang van het dekseizoen. ‘Flushen’ noemen we dat in goed schapenhoudersjargon. Daarnaast is het aanbevelingswaardig dat de dekram zelf deel heeft uitgemaakt van een meerling. Al geeft dit laatste absoluut geen genetische garantie.
Als de juiste, gezonde ram is uitgezocht gaat hij eerst een paar weken in quarantaine in de wei naast de ooien. Dat bevordert de bronst bij de dames, terwijl je in die periode de gezondheidsrisico’s beperkt houdt. Bij de bistedokter mag de ram vanaf 20 oktober zijn kunsten laten zien. Dat ritueel start door zijn borst eerst een lichte kleur te geven. Dat kan ook met een kleurblok aan een tuigje, maar dat is voor de oudere, meer ervaren ram. Een jonge ram kan zich daardoor beperkt voelen en dan schiet dat middel zijn doel voorbij. Ik heb geleerd de eerste dag even ‘de ram uit de wei te kijken’ en pas op dag twee te kleuren, omdat hij soms door jeugdige overmoed en opgekropte libido alle ooien even probeert te ‘bestempelen’. Hoewel dat absoluut een fleurig beeld in de schapenwei geeft, schiet het volledig zijn doel voorbij. Ik wil namelijk precies weten wanneer welk schaap te grazen is genomen. Want dan weet ik ook wanneer het kroost zo ongeveer geboren gaat worden, namelijk 5 maand minus 5 dagen later.
Het amoureuze gebeuren bij schapen is heel doelgericht en efficiënt. Een driftige (bronstige) ooi flirt met de ram door veelvuldig met haar staart te kwispelen. Rammenmans op zijn beurt sneupt voortdurend in de koppel aan de schede en de urine van de ooien of de bronst aanstaande is. Daarbij vertoont hij het typische flemen, het opkrullen van zijn bovenlip. Zo activeert hij zijn orgaan van Jakobson als een soort analytisch centrum in zijn neus. Feromonen (signaalstofjes) verklikken namelijk het juiste paringsmoment. Dit bronstgedrag is minder luidruchtig en opzienbarend dan bij herten, maar prachtig om te zien. De daad zelf duurt dan maar kort, bijna aandoenlijk daarentegen is de aanblik van ooi en ram die daarna stijf tegen elkaar aan heerlijk kunnen liggen herkauwen.
Na 17 dagen krijgt de ram een donkerder kleur op zijn borst gesmeerd. Dat aantal dagen is namelijk precies de lengte van de cyclus van de ooi. Mocht de dekking die eerste keer, door wat voor oorzaak dan ook maar, niet gelukt zijn, dan kun je aan de kleuring zien of de ram in de herkansing is gegaan. Daarbij gebruik ik nimmer de kleur van mijn overall, dat zou namelijk vreemde insinuaties kunnen opleveren…
Bij mij krijgt de ram zodoende ruim 2 cycli de kans; met Sinterklaas gaat ie rigoureus naar de slager. Om precies voor Kerst in kleine pakketjes diepvriesklaar terug te komen. Dat klinkt ondankbaar, maar het zou hypocriet zijn om daar omheen te draaien. Het sexleven van een dekram is dus kort maar hevig. En die van ons kan het op zijn slofhoefjes aan, want hij heeft maar 15 ooien in zijn harempje. Een ervaren machoram krijgt een koppel van wel 60 ooien tot zijn beschikking en kan desnoods per dag over wel 8-10 ooien heen. Daar moeten wij mannen toch niet aan denken? Ikke niet in ieder geval! Nou is mijn sterrenbeeld inderdaad ‘vis’ en geen ‘ram’…
November 2020