Wrafke: De kersthaas

Menno WiersmaCOLUMNS

Natuurlijk heb ik al lang en breed in de reukgaten dat er iets bijzonders in de lucht hangt. Dat bespeur ik direct door wat er gebeurt. Allereerst wordt de koffiemachine samen met de rode warmhoudkan uit de kelder naar de keuken gehaald. Dat is vaste prik voor elke jachthondentraining met Frou. Meestal heeft zij zelf dan haar ‘buitenshuis-plunje’ al aan. Een alledaagse werkbroek en in deze tijd van het jaar is ze vooral lekker warm aangekleed. Het poepchique jurkje dat Frou op dit moment echter draagt strookt daar absoluut niet mee. Ik begrijp er helemaal niets van! Maar al snel komt de aap uit de mouw: “Gaat Afke vandaag met de baas mee?” Natuurlijk gaat Afke met Baas mee! Ik volg hem rap naar het autohok en spring behendig in de kofferbak van zijn nieuwe bistedokterwagen die geen lawaai maakt. Na een zoen zwaait Frou ons uit en roept ze Baas na dat ie voorzichtig moet zijn. “Zeker weten!”, antwoordt ie. Wat een verrassing, ik ben hartstikke benieuwd wat er gaat gebeuren!

Baas zingt of fluit onderweg altijd luid met de kabaalbox mee. Dat gaat mij eigenlijk door merg en been, maar ik laat niks merken. Ik laat het maar gebeuren en ga lekker op mijn hondenkussen liggen. Na een tijdje stopt het vocaal, beweegt de auto niet meer en zijn we blijkbaar op de plaats van bestemming. Als ik overeind kom zie ik dat wij bij een groot veld zijn aangekomen. Volgens mij ben ik hier nog nooit eerder geweest. Er staan een aantal van die grote bakken zoals oudbaas Pyt ook heeft. Verdraaid nog aan toe, als ik me niet vergis loopt ie daar. Maar dan is ons moeder d’r vast ook! Ik raak helemaal opgewonden van het idee en begin uitzinnig met mijn kwispel te zwaaien. Ondertussen opent Baas de achterflapdeur en mag ik eruit wippen. Ja hoor! Ik begroet meteen oudbaas Pyt en ons moeder natuurlijk. Maar, wat een verrassing! Mijn broertjes Abe, Epke, Foppe, Hylke en Gurbe zijn er alle vijf ook. Wat een feest! Wat een geweldig familiegebeuren! Wild rauzen wij door het veld om elkaar heen. Baas en alle nieuwbazen laten ons balsturig uittieren, totdat wij door oudbaas Pyt tot de orde worden geroepen. “Ties, zit!” “Oscar, hier!” Ties? Oscar? Nu wist ik wel dat Abe en ik als enige onze eigen naam hadden mogen houden, maar wat klinkt dit stom! Wat allerverschrikkelijkste stom… Maar wat voor geur krijg ik nu opeens in mijn snotkokertje?

“Jullie zijn laat, wij zijn maar vast begonnen”, hoor ik oudbaas Pyt zeggen. En dan zie ze opeens liggen. Ik wil er direct wel heen om ze te besnuffelen, maar dat kan niet omdat Baas mij aangelijnd heeft. Ik denk dat daar wel tien hazen dood op een rijtje liggen. “In het bietenveld verderop moeten nog wel meer zitten. Wil jij zelf jouw kersthaas schieten?”, hoor ik oudbaas Pyt vragen. “Ik ben niet zo van het schieten”, antwoordt Baas. “Nee, jij wilt ze weer beter maken natuurlijk”, lacht mijn oudbaas, en hij douwt Baas lachend zo’n schietpijp in z’n handen. Om ons heen wordt ingehouden gegniffeld. Dan zetten wij met elkaar de pas erin richting het  bietenveld. Ik dribbel strak naast mijn krakkemanke baas mee.

Op een brede rij struinen wij met z’n allen door de bieten. Ik krijg als allereerste de haas in mijn sneupsnufferd. Dít is mijn kans! Van Frou mag dit never nooit, maar nu moet het toch juist de bedoeling zijn! Lenig floep ik uit de lus van het jachtlijntje en zet ik de sokken erin. De haas ziet mij in een oogwenk naderbij komen en bedenkt zich geen moment. Als een streep vliegen wij zigzaggend achter elkaar door het bietenveld. Ik hoor het schreeuwen en tieren achter me wel, maar deze keer laat ik mij die haas echt niet door mijn neus boren! Plotseling hoor ik een luide knal en vlak daarna voel ik een vlijmscherpe pijnscheut in mijn linker bil. Ik slaak een afgrijselijke jankkreet en laat me languit in de bietenbladen vallen. Ongelooflijk, wat doet dát zeer…

“Och, och, wat ben jij toch een lief hondje. Wat lig je daar lekker languit. Een en al ontspanning, zo op je rug. Met al die knuffels om je heen.” Ik sla mijn ogen op en knipper een keer. “Zou ze weer van poesjes dromen?” Mijn hemel! Verdorie! Nog es aan toe, zeg! Verbouwereerd rek ik mijzelf uit en slaak een zucht van opluchting terwijl de beide juniorbaasjes lachend naast mijn hondenmand zitten en mij over mijn buikje strelen. Dan zie ik Baas aan tafel zitten en hij kijkt mij spottend aan: “Ik denk dat ze weer over haasjes heeft gedroomd.” Op dat moment kan ik Baas wel in zijn dove oren blaffen: “Jij grote pannenkoek, je hebt mij in m’n kont geschoten!”

Afke fan it Fryske Wetterlân

Ik wens alle baasjes en al hun kleinvee fijne Kerstdagen en bovenal een gezond nieuwjaar!

December 2020