Zen

Menno WiersmaCOLUMNS

“Wil jij mijn beide poezen in laten slapen als ik er niet meer ben?”, vroeg de oude mevrouw bloedserieus aan mij. Ze keek me daarbij doordringend aan, alsof de tachtiger haar eigen einde voelde naderen. De beide ouwe katten van Perzische signatuur hadden ouderdomskwaaltjes, maar waren op zich nog heel fit. Dus deed ik slechts de toezegging dat ik mijn uiterste best zou doen voor goede herplaatsing. Maar ik gaf ook te kennen dat ik absoluut geen euthanasie zou toepassen, mocht die onverhoopte situatie zich voordoen. Dat past namelijk niet in mijn veterinaire levensfilosofie. Mevrouw is daarna wel een tijdje erg ziek geweest, maar knapte vervolgens weer helemaal op. En ze heeft de beide poezebeesten gelukkig ruimschoots overleefd. Bij Zen ging het anders.

Zen is een heel ouwe jeweetwel-kater en al een tijdje een beetje de weg kwijt. Hij eet nog bekjesmaat, doch weet niet altijd op tijd de kattenbak te vinden. En hij kan soms heel hard in een hoekje doelloos staan schreeuwen. Zijn bazin redt zich daarmee en begeleidt Zen zolang het gaat. Toch ging het mis: de bazin werd ziek. Ernstig ziek, ongeneeslijk zelfs. En haar naasten zaten met de handen in hun haar. Hoe moest het nu met Zen? Hij werd een aantal weken liefdevol in zijn eigen vertrouwde omgeving verzorgd terwijl de bazin palliatief het leven liet. Maar daarna moest het huis ontruimd worden.  Er werd evenwel geprobeerd om een opvangadres voor Zen te vinden, helaas verliep dat bijzonder moeizaam. Bovendien, hoe zou het gaan als je een dementerende kater elders gaat onderbrengen? Laat staan in het asiel zou plaatsen? Dat leek mij ook een heilloze weg en kansloze missie. Dus stemde ik er mee in om hem rustig in te laten slapen.

Er werd op een ochtend afgesproken en ik trof Zen slapend op het bed aan. Dat stond nog in de woonkamer van het overleden baasje. Hij reageerde niet op mijn binnenkomst, maar Zen vertrok onmiddellijk naar de keuken toen ik hem wakker maakte en even probeerde aan te halen. Daar ging hij heel hard zitten mauwen. “Ja, dat doet ie tegenwoordig steeds vaker”, vertelde de oppas.  Het blijft lastig, dat ik nu een eind aan het leven ga maken van een kat die niet doodziek is. Toch ben ik van mening dat we onder deze omstandigheden er niet verstandig aan doen om de ouwe kater uit zijn vertrouwde omgeving te verplaatsen. Ik leg aan de oppas uit wat ik ga doen en haal medicatie uit de auto. Dan geef ik Zen een injectie. Hij ondergaat het gelaten, maar verdwijnt daarna direct onder het bed. In afwachting krijg ik een kopje koffie aangeboden. Vervolgens ontspint zich een gesprek over wat de nazorgers nog staat te wachten om het huis te ontruimen. “Maar moet u kijken wat ik aan overgebleven medicatie heb staan. Dat moet ook allemaal weg!” Mocht absoluut niet hergebruikt, zo was te verstaan gegeven. Op zich begrijp ik dat wel, maar ik beaam dat het inderdaad zonde is en de zorg onnodig duur maakt op die manier.

Even later haal ik Zen onder het bed vandaan. Hij blijkt daar in alle eenzaamheid zijn laatste zuchtje al geslagen te hebben. Hij krijgt een plekje op zijn dekentje en zal vanmiddag door het dierencrematorium worden opgehaald. “Nu is ie weer herenigd met z’n vrouwtje”, klinkt het. Zelf volg ik die levensfilosofie nu ook weer niet, maar het klonk wel ‘zen’.

April 2022