De Huskysafari
De beroemde Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen maakte in 1911 gebruik van ruim 50 sledehonden om als eerste mens op de zuidpool te staan. De helft van dat aantal werd gebruikt om de overgebleven honden van vlees te voorzien…
De Siberische Husky behoort tot de oerrassen en staat genetisch heel dicht bij de wolf. We hebben er slechts een handvol van bij ons in de praktijk. Het is een schrandere, betrouwbare hond met een vriendelijk karakter en een enorm uithoudingsvermogen. Een echt roedeldier dat is gefokt om als sledehond dienst te doen. Alaska Husky’s vormen geen echt ras maar zijn kruising sledehonden. Soms met duidelijke uiterlijke trekjes van zijn Siberische neef, vaak ook helemaal niet. Zo hebben ze zowel staande als hangende oren en diverse kleuren. Hun uithoudingsvermogen daarentegen is juist minstens zo goed, vooral in duurlopen.
Vroeger was in Nederland de hond ‘het paard van de armen’. Vanaf 1910 werd er zelfs een speciale ‘Trekhondenwet’ in het leven geroepen met regels en voorschriften om het gebruik van de hondenkar te reguleren. Vanaf 1963 werd dit fenomeen verboden, met dien verstande dat er een vrijstellingsmogelijkheid bestaat voor de sledehondensport. Nu is het hier slechts bij hoge uitzondering mogelijk de hondenslee te gebruiken; in het hoge noorden loopt dat seizoen van eind oktober tot in april.
De afgelopen zomer waren mijn vrouw en ik in Fins Lapland. Daar hebben we onder meer een rondleiding gehad op een heuse ‘Huskyfarm’. Het was reuze interessant om te zien hoe de honden daar gehouden werden met als enige doel om ze in de winter voor de hondenslee te spannen. Toen al besloten we daar ooit eens terug te keren om die dieren in de winter aan het werk te zien. Die gelegenheid deed zich eerder voor dan we hadden gedacht.
Deze voorjaarsvakantie waren we terug in winters Lapland om onze trouwdag te vieren. Er lag wel een meter sneeuw en het vroor bij aankomst meer dan 20 graden. Voor het eerst samen op ´wintersport´! De twee voornaamste doelen waren het noorderlicht zien en de huskysafari. De Aurora Borealis zagen we nota bene op onze trouwdag rond middernacht. Werkelijk schitterend…
Twee dagen later gingen we op huskysafari. We hadden de wekker gezet want we moesten al vroeg startklaar staan voor de taxi die ons samen met een ander Nederlands koppel naar de ruim 30 km noordelijker gelegen huskyfarm zou brengen. Een oude Opel vol butsen werd gereden door een jongeman van naar we denken een jaar of twintig. We moesten hem vragen de autoverwarming wat lager te zetten, want geheel voorbereid op de ontberingen die ons te wachten stonden zaten we al gauw in onze vijflagige thermokledij te zweten. Hij was totaal niet spraakzaam, belde niet handsfree onder het rijden, had zelf niet eens de gordel om en reed als een ‘pliesje’; met gemak boven de 100 op de besneeuwde weg. Desondanks kwamen we veilig aan. Gelukkig was onze gids bij de husky’s spraakzamer en overigens heel rustig en aangenaam in de omgang. Moet ook wel als je met een zestigtal honden werkt! We moesten nog even wachten op twee Duitse gasten en kregen toen gezamenlijk uitleg over de handling van de slee. De honden, vijf stuks voor elke slee, heb je geen controle over. Die volgen automatisch de gids, maar zijn tevens zo competitief ingesteld dat ze proberen de voorgangers in te halen. Je hebt teugels noch leidsels, alleen de rem: een soort anker dat de sneeuw ingetrapt moet worden en de honden geen mogelijkheid geeft om door te lopen als je er vol op gaat staan. Alleen de gids kan zijn slee sturen met commando’s naar de voorste honden toe.
Alle vier sleden en de ingespannen honden staan al startklaar en vast vergrendeld met een touw aan een paal. Van het vijftal zijn de achterste twee zeker de sterkste; de middelste iets kleiner maar ook duidelijk voor extra trekkracht en de twee voorste het kleinst, maar die bepalen juist het meest de snelheid. Zodra de honden merken dat het bijna los gaat staan ze te blaffen en zichtbaar te trappelen van ongeduld. Ik ga eerst besturen achterop de slee; mijn vrouw Lia is als passagier gezeten op een rendiervel. Dan krijgen we het startsein en gaat het los! Al bij de eerste bocht ligt de slee van de Duitsers ondersteboven. De gids verankert zijn eigen slee en helpt ze weer op overeind. We zijn gewaarschuwd! En dan gaan we echt. De honden zijn echte werkers en gaan er als een speer vandoor. Ik heb moeite de slee op de weg te houden. De hond linksvoor duwt namelijk de rechter voortdurend naar rechts tegen de sneeuwrand van het pad. Daardoor dreigt de slee steeds te kapseizen. Met tegenwicht en overdwars sturen kan ik dat voorkomen. Heuvelop moet ik ter ondersteuning mee ‘steppen’, downhill continue op de rem trappen omdat we anders als een dolle naar beneden stuiteren. Binnen een kwartier staat het zweet me op de rug. Maar leuk dat het is!
Als onze gids merkt dat de laatste slee met onze medelanders wat achterblijft, stoppen we even en wisselt hij hun achterste paar met die van zijn eigen slee. Dat geeft mij de gelegenheid aan te geven dat bij onze linksvoor naar rechts trekt. De oplossing is simpel: de gids verwisselt ze en tilt de één gewoon over de ander; lopen maar weer! Meteen gaat het beter. We volgen een route door een desolaat winters landschap en komen over een heuveltop met een prachtig panorama. Helaas stoppen we niet even voor een fotomoment en verdwijnen we weer de bossen in. Geregeld moet een van de honden plassen of poepen onderweg. Dat doen ze lopend. Eentje presteert dat door op de beide voorpoten door te lopen en de achterhand gehurkt te houden zodat er toch een soort van poephouding ontstaat. Wonderlijk… Plots krijgen we even een oponthoud. De gids moet het pad met de schep uitgraven. Meteen maak ik van de gelegenheid gebruik om hem te attenderen om fotomomenten in te lassen. Hij belooft eraan te zullen denken. Bij de hervatting wordt de slee van onze landgenoten omvergetrokken omdat de honden teveel de binnenbocht nemen. Als alles weer op de rit staat gaan we opnieuw los. We denderen door de bossen, heuvel op, heuvel af. De honden zijn wat rustiger dan in het begin, maar lopen onvermoeibaar door. Ze hijgen voortdurend onder het rennen. Dan wordt er een wisselmoment ingelast: Lia gaat nu achterop staan om te sturen/remmen en ik mag in de slee plaatsnemen. Los gaan we weer!
Op een volgende top houden we pauze. Er worden foto’s gemaakt van het hele gebeuren en het schitterende panorama. De honden zijn hartstikke makkelijk in de omgang, laten zich vriendelijk aanhalen. De één gaat even rollen, de ander gewoon liggen om even te rusten; maar allemaal steevast attent om zo weer verder te kunnen. Dan gaan we weer. Eerst naar beneden en Lia moet vol op de rem. Even later verliest ze voor de tweede maal haar berenmuts. Wederom wordt die opgevangen door onze medelanders die achter ons rijden. Hij verdwijnt die dag voorgoed in de rugzak. Ik probeer foto’s te maken vanuit de gaande slee. Door het bij voortduren hotsebotsen valt dat nog niet mee, toch zal er vast wel eentje lukken…
Onze landgenoten slagen er zelfs in een filmpje te maken! Je ziet mij op de rug…
(opname Stefanie de Ruiter)
Na ruim twee uur sleeën hebben we ruim 30 km afgelegd en komen we op de farm terug. Alle sleehondenspannen worden weer aan een paal vastgezet. Het is er een drukte van belang, want er staan alweer meerdere vijftallen klaar voor de middag. Wij maken uitgebreid foto’s en gaan vervolgens met de gids naar binnen voor een lunch van gevulde vissoep en koffie of thee, allemaal op een houtvuur bereid. Onderwijl vertelt hij over de farm. Daarna mogen we zelf de honden uitspannen. Ze krijgen niets te eten of te drinken, pas vanavond als ze wat tot rust zijn gekomen. Eenmaal los rennen ze meteen naar hun eigen plek. Daar worden ze door de baas vastgezet.
Willem de Zwijger brengt ons weer terug naar onze ‘Wilderness Lodge’. Net op tijd voor de afgesproken sauna. Dubbel (na)genieten!
Resumerend: het is onvoorstelbaar met wat voor drive die honden je daar door de bossen sleuren. Zielige mishandeling? Helemaal niet! Heuvel op moet je echter wel degelijk meesteppen en duwen. Al gauw heb je dan zelf het zweet op de rug. Eén van de honden keek soms zelfs even vermanend achterom om te zien of ík heus wel m’n best deed… Als je daarentegen bergafwaarts gaat moet je vol op de rem om niet te ontsporen. Kortom, we hebben enorm genoten!
Maart 2016