Donor

Menno WiersmaCOLUMNS

Ik trof Jan langs het spoor op de Ienswei, waar hij z’n beide joekels aan het uitlaten was. Zoals altijd zwaaide hij vriendelijk naar mij, in de veronderstelling dat ik wel voorbij zou rijden. Ik trapte echter op de rem omdat ik één van z’n honden dringend nodig had. Toen ik hem dat vroeg, was hij zonder enig voorbehoud meteen bereid medewerking te verlenen. Hoewel ik eigenlijk niet anders had verwacht, werd ik toch geraakt door zijn grote spontaniteit.

Nadat ik wat ruimte had gemaakt, stapte  Jan achter in mijn auto tussen de gestapelde kratten en tassen. “Ik sit hjir al wat nuver”, voegde hij me toe, toen ik de schuifdeur dicht deed. Het viel natuurlijk ook niet mee zomaar van de straat geplukt te worden en dan samen met twee Duitse Doggen in een hoekje gepropt te worden tussen de penicilline en de verlosspullen.

Ik had eigenlijk maar één bloeddonor nodig, maar Royca kan niet zonder Blacky en beide kunnen ze niet zonder Jan. Zeker niet ‘om útens’. Er was dus geen keus: ze moesten alle drie mee. Snel naar de praktijk in Grou, waar de patiënt lag.

De avond tevoren hadden mijn collega en ik Zita, een Duitse Herder, met spoed opnieuw geopereerd. We hadden haar maar ternauwernood kunnen redden. Ze had de dag daarvoor een routineoperatie ondergaan, maar werd gaandeweg steeds slomer, slapper en begon steeds meer te hijgen. Bij aankomst op de praktijk bevestigden Zita’s papierwitte slijmvliezen mijn bange vermoeden: ze was aan het verbloeden. Er wordt altijd erg gewaarschuwd voor deze complicatie, maar het was ons nog nooit eerder bij een sterilisatie overkomen. Nu bleek, ondanks al onze voorzorgsmaatregelen en ingebouwde controles, die nachtmerrie werkelijkheid…

Meteen was de patiënt weer onder narcose gebracht en op de operatietafel gelegd. In de bloederige chaos die we in Zita´s buik aantroffen was het opzoeken van het bloedende adertje een helse toer. En wat zo frustrerend was? Al dat bloed dat in de buikholte was gestroomd moest weggegooid worden. Het zit vol met stolsels en kan niet worden ‘hergebruikt’. Zita’s bloedsomloop werd met infusen aangevuld en de kritieke fase was daarmee overbrugd. Vanochtend was ze goed bijgekomen, maar nog steeds erg slap en vreselijk bleek. Ze wilde niets eten en was zo ziek als een hond maar kan zijn. Bloedtransfusie zou dé oplossing zijn; maar dat is niet zo eenvoudig. Zita is namelijk een grote herder. Je hebt liefst een nog grotere hond als donor nodig om de goede gever zelf niet in de problemen te brengen. Bovendien moet het een rustige hond zijn, die een half uurtje stil kan zitten met een naald in zijn halsader.

Bloedgroepen zijn overigens ingewikkeld bij honden, maar een eerste bloedtransfusie kan bij een hond vrijwel zonder problemen worden gegeven. Pas bij een eventueel volgende transfusie kan het voor de patiënt juist wel slecht uitpakken. Antistollingsmiddel werd eerst nauwkeurig afgewogen en vervolgens werd donor Royca ruim een halve liter bloed afgenomen. Het duurde wel wat te lang naar haar zin en ze was enigszins nerveus, maar baas Jan was er om haar gerust te stellen. Er wordt momenteel in de praktijk verbouwd en het lawaai wat dat met zich meebrengt stelde Royca extra op de proef. Uiteindelijk lagen we met z´n vieren bijna half onder de bank languit over de vloer van de wachtkamer, maar het bloed bleef mooi in de fles stromen! Blacky kwam nu en dan even met d´r kop over m´n schouder meekijken of we Royca niet te veel zouden op de proef stelden. Vervolgens werd het donorbloed aan Zita toegediend.

Zita was eerst wat misselijk na de transfusie, maar al snel daarna knapte ze zienderogen op. Kon er ’s middags, toen de baas en de vrouw even kwamen kijken, nog geen kwispeltje af; tijdens het avondspreekuur begon ze bij onze binnenkomst geïnteresseerd te raken en werd haar orenspel al veel levendiger! De volgende ochtend begon ze weer wat te eten en kon het infuus afgekoppeld worden. Snel daarna viel de beslissing dat ze weer naar huis kon.

Een paar dagen later ben ik even langsgereden en bleek onze patiënt zelfs al weer achter een bal aan te rennen. Haar kleur was nog niet helemaal optimaal, maar veelbelovend in vergelijking met enige dagen terug. Een pak van ons hart!

En wat onszelf betreft, we blijven vreselijk ons best doen om complicaties te voorkomen. Maar we realiseren ons ook maar al te goed dat opereren mensenwerk blijft en dat elke operatie en elke narcose risico’s met zich meebrengt. In tegenstelling tot wat we soms denken, heb je helaas echt niet altijd alles in de hand.

Onze grote waardering gaat natuurlijk uit naar Royca en haar baas. In gedachten zie ik Jan met z’n beide doggen zo tussen kerst en de oliebollen genieten van een wel zeer merkwaardig kerstpakketje. Een mengelmoesje van wat ze alle drie lekker vinden. Het was het meer dan waard. Grote klasse, Jan!

December 2002

Naschrift: In januari 2003 haalde bovenstaand voorval zelfs de Leeuwarder Courant: