Lofzang op het land van James Herriot

Menno WiersmaCOLUMNS

Afgelopen zomer ben ik met mijn wederhelft ruim drie weken op vakantie geweest naar Ierland. Dat stond al tijden op ons bucketlijstje en deze prachtige reis bracht ons naar uitbundige landschappen, ruwe kliffen, interessante steden en volkse kroegen met innemende mensen. Om nooit meer te vergeten, zo mooi. Evenwel moest op de terugreis het allermooiste nog komen. Iets waar ik me al zolang enorm op had verheugd!

Onderweg van Dublin met de veerboot terug naar Wales was het druilerig weer en dat werd alsmaar slechter op de zesbaans autobaan tussen Liverpool en Manchester door naar het noorden. Zoals de Engelsen het benoemen ‘regende het katten en honden’ en wij aguaplaneden al linksrijdend door enorme plassen van de ene in de andere file en onderweg aanschouwden we geschrokken menig ongeval. Dat zorgde voor een behoorlijk onbehaaglijk gevoel. We waren blij dat we even voorbij Lancaster de M6 ongeschonden konden verlaten en dat het zowaar droog begon te worden. Het landschap en ook wijzelf knapten er zienderogen van op. Dat mocht ook wel omdat we intussen ruim zes uur hadden gereden over een stuk dat volgens de navigatie gemakkelijk in drie had gekund. Toen we even later de heuvels van het Yorkshire Dales National Park binnenreden, kwam af en toe zelfs de zon erbij. Dit is precies dat wonderschone landschap dat ik meteen herken van de televisieserie uit de late jaren zeventig met James Alfred Wight in de hoofdrol. Natuurlijk is mijn Engelse collega veel bekender als James Herriot, de fameuze schuilnaam die hij gebruikte om zijn ervaringen als dierenarts op te tekenen in ‘All creatures great and small’.

Het is hier werkelijk zo mooi, dat ik overal wel wil stoppen om foto’s te maken. Echt fantastisch! Als ik uit de auto stap, hoor ik wulpen roepen en zie ik kievieten om me heen door de lucht buitelen. Muurtjes van gestapelde stenen en meanderende beekjes vormen tezamen een soort postzegellandschap met overal schapen en hier en daar koeien of een paard in de weilanden en laaghangende zon maakt de betovering volmaakt. Ik raak bijkans buiten zinnen en mijn camera klikt aan één stuk door tot mijn echtgenote mij tot de orde roept: ‘Zullen we vanavond ook nog ergens slapen?’ Jazeker, we moesten nog door naar Askrigg.

Wanneer we dat dorpje binnenrijden, staat recht tegenover de kerk met de markante, hoekige middeleeuwse toren een antieke dierenartsenwagen voor Skeldale House, het praktijkpand van waaruit mijn oud-collega voorheen gewerkt heeft. Tegenwoordig zijn hier een aantal appartementen in gevestigd met roemruchte benamingen zoals ‘The Darrowby Suite’, zoals de gefingeerde naam voor Asskrigg luidde of de ‘Tricky Woo Suite’, naar de bijzondere pekinees van een bemiddelde mevrouw die vaak in de verhalen voorbijkomt. Ruim vijftig meter verderop stap ik de overvolle pub van het White Rose Hotel binnen. Een hond ligt er languit voor de bar. Ik stap over hem heen en met moeite raak ik in gesprek met de ouwe baas achter de tap. Hij geeft te kennen dat hij helaas geen kamer meer beschikbaar heeft. Gelukkig hadden wij gereserveerd!

De volgende morgen sta ik vroeg op om de dageraad in Yorkshire te proeven. Na een ommetje door het dorp stap ik het veld in op een van de ontelbare wandelpaden dwars door de landerijen en maak ik een rondje om het dorp. In een veldje lopen een drietal koeien met jonge kalfjes. Eentje is er nog maar net geboren en zoekt met de kop schuin omhoog stotend de bloeiende uier van zijn moeder. De nageboorte ligt nog als een glibberige brats naast dit mooie tafereeltje in de wei. Ik verbaas me over de enorme gastvrijheid van de boeren hier, de duidelijke bewegwijzering en het hechte houtwerk van alle hekjes voor de doorstappen en de bruggetjes over de beken. Buitengewoon! Konijntjes vluchten geschrokken voor mij uit hun holletjes in, maar de koeien die net gemolken in een lange rij het land in paraderen laten zich beslist niet door mij verstoren. Terwijl de sprongetjes van mijn hart mij aansporen om langer door het ochtendgloren te wandelen, word ik door mijn maag terug naar het hotel geroepen voor een ‘full English breakfast’.

De hele dag dwalen we door de Dales, rijden door onmetelijke heidevelden en genieten van schitterende vergezichten. We zwerven door bloemrijke weiden, typisch Engelse plaatsjes en langs glinsterende stroompjes die speels door het landschap slingeren. De tijd vliegt en voordat we er goed en wel erg in hebben zitten we aan een vorstelijk avondmaal in ons hotel. Morgen moeten we door naar Newcastle en op de boot terug naar huis. Eén dag is veel te kort in deze prachtige streek! Dus nemen we stante pede het besluit om zeerzeker nog eens terug te komen. Maar neem van mij aan dat we er dan een hele vakantie lang voor uittrekken!

Augustus 2023