Vakantieblues

Menno WiersmaCOLUMNS

De meeste mensen zullen de vakantie achter de rug hebben. Gelukkig blijven er foto’s en fijne herinneringen van over. Ik was samen met onze jongste junior op Kreta, Griekenland inderdaad. Je kunt op de Grieken foeteren, maar je kunt ze ook een beetje aan inkomsten helpen. Dat laatste hebben we gedaan dus. Of het helpt? Ik ben er in ieder geval achter gekomen dat ze niet alleen een goede belastingmoraal ontberen; ook op het vlak van dierwelzijn hebben de Mariannes Thieme van deze wereld daar zeker nog een slagje te slaan.

De boeking van de vlucht was nog een linke bedoening, zo vlak voor de verkiezingen aldaar. Het had immers zomaar kunnen gebeuren dat een nieuwe Griekse regering zou besluiten om uit de Europese Unie te stappen, al dan niet gedwongen. Ik zag ons staan met euro’s die je niet zou kunnen gebruiken of voor pinautomaten die weigerden. Maar dat gebeurde niet. Het werd uiteindelijk  een onvergetelijk weekje op een mooi eiland met prachtig weer, heerlijk eten en een indrukwekkende oude cultuur. Wat er echter van de bakermat der democratie op dit moment nog over is, is werkelijk hemeltergend. Maar ondanks al die enorme economische sores blijft de gewone Griek een bijzonder vriendelijke en innemende persoonlijkheid. Laat niet onverlet dat diezelfde Griek zijn dieren wel eens wat tekort doet. We zagen schurftige honden aan de ketting en scharminkels van katten over de terrasjes schooien. We vonden een doosje met dode puppies, die in de brandende zon op een achteraf weggetje waren weggekwijnd. En hier maken we ons druk over het onverdoofd ritueel slachten en is de zelfslachtende slager bijna uitgestorven door Europese regelgeving, terwijl in datzelfde Europa op Kreta een doe-het-zelfslager schapen ondersteboven aan een pick-uptruck hangt, uitsluitend het mes hanteert en vervolgens doodleuk de karkassen over het terras de taverne binnen draagt. Lang leve ook de vleeskeuring, dacht ik nog. Anderzijds, ziek zijn we er niet van geworden en waarschijnlijk doen ze het al eeuwen zo.

Aangezien ik niet uitsluitend met een veterinaire blik vakantie pleeg te vieren, werd het toch een heerlijke week met junior. Even weg van je gewone doen met zwemmen, snorkelen, wandelen en toeren. Toch was er op de terugweg op het vliegveld nog even een confrontatie. Er zijn namelijk landgenoten die zich het lot van de dieren daar zodanig aantrekken dat ze willen helpen in de vorm van adoptie. Natuurlijk kunnen wij hier zo’n zielig hoopje ellende een betere plek garanderen dan het daar ooit zou durven begeren. Ik zag een jongedame met een kleine bench op schoot van één van de organisaties die daarop inspelen. Er zat een vertedering wekkend beestje in, zonder meer. Maar de kijk-mij-eens-goed-doen-blik van de dame stond me niet aan. Begrijp me niet verkeerd. Ik gun haar de allerleukste pup en het bovenste beste goede gevoel. Maar ‘een gezelschapsdier is geen vakantiesouvenir’. En ik vrees dat ze zich niet realiseert welk risico ze loopt. Ondanks allerlei medische testen, onderzoeken en behandelingen kan niemand 100% garanderen dat er geen uitheemse ziekten worden meegenomen. Ziekten die ook nog eens besmettelijk voor mensen kunnen zijn. Het is niet voor niets dat wij als dierenarts altijd waarschuwen een hond of kat goed tegen diverse aandoeningen te beschermen als deze mee op vakantie gaat naar bijvoorbeeld Zuid Europa. En afgezien daarvan, hoe zal de (re)socialisatie van zo’n dier hier verlopen? Ik heb wel voorbeelden uit onze eigen praktijk dat het werkelijk hopeloos mis gaat…

Kortom, dierendag is in aantocht. Onze asielen zitten tot aan de nok toe vol met vondelingen die schreeuwen om een leuk tehuis. Ik durf het bijna niet te stellen, want momenteel politiek beladen en nota bene volgens mijn eigen moraal verwerpelijk, maar moeten we niet ‘eigen beesten eerst’ een goed plekje gunnen?

September 2012