Verteering ende Vermaeck

Menno WiersmaCOLUMNS

Mens sana in corpore sano’ is een Latijnse quote die in de negentiende eeuw uit zijn verband is gerukt door een Engelsman. John Hulley wilde daarmee het ideaal van veelzijdigheid benadrukken. ‘Een gezonde geest in een gezond lichaam’ kan volgens hem bewerkstelligd worden door een mix van een gedegen intellectuele én sportieve opvoeding. Daar zit best wat in. Maar ik zou het motto willen uitbreiden met faeces sanae ex corpore sano’, oftewel: ‘uit een gezond lichaam komt ook een mooie, gezonde drol’. En dat geldt uiteraard zowel voor mens als dier.

De spijsvertering houdt ons danig bezig. Tijdens de transformatie van voedsel tussen mond en sluitspier kan van alles mis gaan. Het komt er te dik, te dun; te vaak of juist niet of met de verkeerde geuren en kleuren weer uit. Maar dikwijls komt het ook domweg terug. Ik heb net een weekendje buikgriep achter de rug. Ik zal u de details van deze ontslakking besparen, maar soms is het best handig als je vanaf het toilet een wasbakje binnen hoofdbereik hebt. Vooral als je zo gauw niet meer weet welke lichaamsopening je het eerst boven de pot moet hangen. Wanneer je het eten weer binnen kunt houden is het evident dat de mate van blijdschap recht evenredig is met de grootte van de boodschap die je in staat bent te produceren.

Bij onze patiënten is het niet anders, al wordt dat dan door hun baas verwoord. Naar verluid hebben voetballers wel honderd verschillende uitdrukkingen voor poepen. Nou, diereigenaren kunnen er ook wat van. Onlangs had ik een oud Yorkje ontdaan van wratjes en zijn gebitje opgeknapt. Niet geheel zonder risico, want het diertje is hoogbejaard en lijdt aan verschillende kwaaltjes. Kreeg ‘de lijfarts’ twee dagen later een kaartje toegestuurd dat het boven verwachting goed ging, maar dat het diertje ‘nog steeds geen drukje’ had gedaan. ‘Hopelijk’ zou dat snel wel komen. Daar ging ik ook van uit, maar indrukwekkende hopen zullen het nooit worden bij een kleine York…

Stabijreu Meiko kon zijn grote druk ook niet kwijt. Hij kwam op het spreekuur met die klacht en tegelijkertijd plaste hij bloed. Een volle, pijnlijke buik deed mijn collega en mij besluiten een röntgenfoto te maken. Die gaf een overvolle endeldarm te zien en op de plaats van de blaas leek wel een steen te zitten. We werden gewaarschuwd dat Meiko een paar dagen eerder een stuk kalverpoot als verrassing had gehad. Contrastonderzoek van de blaas liet zien dat ‘de steen’ echt in de darm zat en dat het bloederig plassen klaarblijkelijk puur van het persen op de ontlasting kwam. Hoe dat allemaal kon?

Met smaak had Meiko het lekkernij met z’n puike gebit vermalen en weggekaand. De maagsappen werkten op alle spier-, pees-, kraakbeen- en botdeeltjes in ter verdere vertering in de dunne darm. Alle voedzame bestanddelen werden door de darmwand opgenomen; de grovere stukjes bot en alle overige onverteerbare restanten waren doorgeschoven naar de dikke darm. Daar werden ze met open armen door miljarden bacteriën onthaald. De endeldarm onttrekt veel vocht uit de dan nog dunne substantie. Maar in plaats van een lekker smeuïge massa te maken ging het darmgespuis over tot een soort van beton storten en metselde zodoende de afvoer met botmortel potdicht. Hoe dat afliep?

Met ontelbare klisma’s en darmmassages dwars door de buikwand heen hebben we de ‘riolering’ ontstopt. Onder een roesje wel te verstaan; het arme dier had immers al zo’n last…

Nu is Meiko weer ‘t reutje. En versnaperingen? Die worden in het vervolg in een andere hoek gezocht.

Tot slot, zoals de Fransen het noemen, une drôle histoire ter verteering ende vermaeck. Bij het afrekenen in de dorpsuper wordt plotseling achter in de winkel tussen de schappen door de dierenarts door een andere klant herkend. Het gezicht klaart op en vervolgens klinkt snoeihard: “Wiersma, hy is wer stiif op ‘e keutel, hear!”  “Fijn!” Blijkbaar is het nu weer faeces sanae ex corpore sano. Grinnikend verlaat de arts het pand, vragende blikken van winkelend publiek achter zich latend. Hoe erg de spuitpoep van het beest in kwestie wel niet was geweest gaat hen namelijk geen fluit aan.

November 2009