Dummy

Menno WiersmaCOLUMNS

Het is alweer december en de kerst nadert rap. In de maatschappij van tegenwoordig overheerst de kerstdis meestal de kerstmis. Al zal deze door de economische situatie op dit moment waarschijnlijk wat minder exorbitant zijn, ook nu zal er vast wel weer wild op het menu staan. Wat veel mensen zich niet realiseren is dat dat wild al is ‘voorgeproefd’. Veelal staat immers de hond de jager bij in het binnenbrengen, het apporteren van het geschoten wild. Alleen de goede jachthond met een zachte bek is daar geschikt voor. Wij hebben zo’n joekel. Het is een trouwe labrador, maar niet van het type goedzak dat het liefst voor de kachel ligt. Aïcha is nu bijna tien jaar en het ‘werken’ zat er al van jongs af aan in. Ik herinner me dat ze als puberpup op het strand achter alles aan jakkerde wat bewoog. Elke meeuw in de verte meende ze te moeten pakken. Tot ze een groepje duikeendjes op een uitloper van het strand ontdekte. Op één na vlogen ze allemaal op. Die ene kon zo snel niet vluchten en verstijfde van schrik. Doodstil lag ie op het zand. Dat vond Aïcha erg raar. Ze besnuffelde het angstige dier en even zag ik haar weifelen of ze het in de bek zou pakken. Dat deed ze voorzichtig, totdat ik ‘los!’ riep. Haar onervarenheid won het daarna van het instinct en ze dartelde vervolgens snel naar een nieuw slachtoffer in de verte. Ik snelde naar het duikertje toe en zag slechts de oogjes bewegen. Toen ik het beest in de lucht wierp, vloog ie gelukkig gewoon weg.

Als je wel vlees eet zou het heel hypocriet zijn om de jacht te verwensen en nooit eens wild te verorberen. Dat doe ik dan ook niet. Maar zelf ben ik geen jager; dat zit absoluut niet in mijn aard, noch in mijn genen. Om in de instinctieve gedrevenheid van onze hond te voorzien, is mijn vrouw toch met haar op jachttraining gegaan. Voor de verschillende rassen zijn er aparte cursussen. Zo heb je bijvoorbeeld drijvers, zweethonden, lopende en staande honden, water- en aardhonden. Elke tak van jacht gebruikt specifieke honden met typische ingefokte eigenschappen.  Spaniëls worden bijvoorbeeld ingezet om (veer)wild op te sporen en dan de lucht in te jagen, zodat een jager een schot kan lossen. Setters en Pointers doen hetzelfde, maar veel gecontroleerder. Ze wijzen de jager waar het wild zich ophoudt, het ‘voorstaan’ en jagen het pas op commando op. Brakken daarentegen werken vaak in een meute om een vos te speuren en daarna op te drijven en uit te putten. Ze blaffen daar voortdurend bij. We kennen deze parforcejacht als een typisch Engels tafereel waarbij de jager te paard gaat; in Nederland is dit verboden. Voor de jacht onder de grond op konijnen, vossen en dassen worden de laagbenige terriërs en dashonden gebruikt. Ze worden geacht heel zelfstandig te werk te gaan, hetgeen ook frappant in hun karakter terug te vinden is. Bij al deze activiteiten is natuurlijk de (speur)neus van de hond van groot belang. Daarnaast is het ook wel fijn als die hond een beetje doet wat de jager wil. Het onder appèl staan noemen we dat. Daar zijn die trainingen voor.

HPIM2056

Bovenstaande maakt ook meteen duidelijk dat wanneer je een hond neemt, je het oorspronkelijke doel waarvoor het ras gefokt is niet uit het oog moet verliezen! Een jachthond heeft veel beweging nodig en moet zijn energie kwijt. Daar heb je maar rekening mee te houden. Een paar maal even kort uitlaten voorziet absoluut niet in de behoefte van zo’n dier.

Onze Labrador Retriever, het woord zegt het al, is een apporteur. Ze hoort het geschoten wild op te sporen en naar de baas te brengen. Daarbij zijn commando’s van het allergrootste belang. Apporteren kan Aïcha als de beste. Ze heeft nu al bijna heel haar leven op cursus gezeten bij een geweldige trainer. Ze is heel schotvast en doet het bijzonder goed. Zo heeft ze al diverse certificaten gehaald. Tijdens de trainingen wordt geleerd om de hond met commando’s, gebarentaal en fluitsignalen te sturen naar de plaats delict. En indien de baas dat ook niet precies weet, dat de hond zelf gaat zoeken of een spoor moet zien te pakken te krijgen. Even ter geruststelling: er wordt meestal met dummy’s geoefend. Maar zo nu en dan komt er natuurlijk ook echt wild aan te pas. Dan wordt een eend of een duif ‘gebruikt’ om de honden te leren hoe daarmee om te gaan. Dat is heel spannend voor die dieren, zeker de eerste keer.

Aicha met dummy 2

Ik heb zo’n training wel eens mogen aanschouwen. Dat een jachthond best pienter is, getuige het volgende voorval dat ik toen meemaakte. De hond in kwestie, een wetterstabij, werd door een brede sloot gestuurd om verderop in de wei een dummy te zoeken. Dat lukte goed. Maar de hond wist dat hij met iets omlopen ook gewoon een dam kon nemen om bij de baas terug te keren. Dat ging immers minstens zo vlot als zwemmen. Hij kwam daarbij wel langs de auto’s van alle baasjes en de trainer en het duurde erg lang voor ie weer tevoorschijn kwam. Grote triomf straalde uit zijn ogen bij terugkomst. Maar in plaats van de dummy liep ie met een grote gans te torsen, al struikelend over de vleugels van dat beest. Had ie onderweg klaarblijkelijk geroken en uit de auto met openstaande achterklep van de trainer gevist. Wat nou dummy?

Alvast een goede kerst gewenst en bovenal een gezond 2014 voor alle baasjes en hun huisdieren!                                                                                                   OLYMPUS DIGITAL CAMERA

                                                          Mijn echtgenote met onze joekel.

Meer weten over die jachthondenopleiding (Fryslân – Súd West)? Of een oud kerstverhaal lezen? Kerstdis met een knipoog? Klik op die link!

December 2013